Vertalingen grootmoedig NL>DE
grootmoedig | duldsam ; edel ; erhaben ; freigebig ; freizügig ; großmütig ; großzügig ; hochwürdig ; jovial ; mild ; nobel ; tolerant |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `grootmoedig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: edelNL: edelmoedigNL: groothartigNL: grootsNL: nobel