gretig

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈxretəx]

als je iets heel graag wilt hebben - begierig , gierig

met gretige blikken naar mooie mannen kijken - mit begierigen Blicken nach gutaussehenden Männern schauen gretig je bord leegeten - gierig den Teller leeren

(van producten) gretig aftrek vinden (=goed verkocht worden) - reißenden Absatz finden (bei Produkten)

© K Dictionaries Ltd.

gretig

begehrlich ; begierig ; begierig ; eifrig ; erpicht ; gierig ; gierig ; hungrig ; lüstern ; verlangend ; zugespitzt

Bronnen: interglot; Wiktionary




NL: begerig
NL: gulzig
NL: happig
NL: hebberig

NL: gretig (eten) DE: mit Appetit
NL: gretig (toetasten) DE: tüchtig
NL: (een gelegenheid) gretig aangrijpen DE: gern ergreifen
NL: (zulke verhaaltjes vinden vaak) een (te) gretig oor DE: ein (nur zu) geneigtes Ohr
NL: (dit boek) wordt gretig gekocht en gelezen DE: findet einen reißenden Absatz und wird mit Eifer gelesen