Vertalingen goeddunken NL>DE
goeddunken (ww.) | amüsieren (ww.) ; belieben (ww.) ; belustigen (ww.) ; ergötzen (ww.) ; gefallen (ww.) ; gutdünken (ww.) ; unterhalten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `goeddunken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanstaanNL: believenUitdrukkingen en gezegdes
NL: naar
goeddunken
DE: nach (seinem, Ihrem usw.) Gutdünken, BeliebenNL: naar eigen
goeddunken
DE: nach eigenem Ermessen