Vertalingen glitter NL>DE
de glitter (m) | der Flitter ; das Flittergold ; das Funkeln ; das Glänzen ; der Goldflitter |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `glitter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fonkelenNL: fonkelingNL: glamourNL: klatergoudNL: schitteringNL: sprankelen