Vertalingen gedomicilieerd NL>DE
gedomicilieerd | ansässig ; wohnhaft |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `gedomicilieerd`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: gedomicilieerd zijn
DE: seinen Wohnsitz haben, (als rechtsterm) zuständig seinNL: gedomicilieerde wissel
DE: Domizilwechsel (der)NL: de
gedomicilieerde
DE: der Domiziliat