Vertalingen gebulder NL>DE
het gebulder | das Geheule ; das Gekreisch ; das Gepolter ; das Geschrei ; das Getobe ; das Kreischen ; das Schreien ; das Windheulen ; das Zetergeschrei |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gebulder`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebrulNL: gekrijsNL: gelachNL: geloeiNL: geraasNL: geschreeuwNL: loeien van de wind