Vertalingen galgenbrok NL>DE
de galgenbrok | das Galgengesicht ; der Gangster ; der Gauner ; der Halunke ; der Possenreißer ; der Racker ; der Satansbraten ; der Schurke ; der Spitzbube ; der Teufelsbraten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `galgenbrok`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boefNL: galgentronieNL: snaak