Vertalingen front NL>DE
het front
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [frɔnt] |
Verbuigingen: | fronten (meerv.) |
1) voorkant -
Giebelwand (die ~), Frontwand (die ~), Vorderseite (die ~) Het front van de kerk bevindt zich aan het plein. - Die Vorderseite der Kirche befindet sich am Platz. |
2) gebied waar in een oorlog gevochten wordt -
Front (die ~) soldaten naar het front sturen - Soldaten an die Front senden |
op vele fronten actief zijn (=op allerlei gebieden actief zijn) - an allen Fronten kämpfen
|
op alle fronten winnen (=in alles winnen) - auf der ganzen Linie siegen
|
één front vormen tegen iets (=met zijn allen zich verzetten tegen iets) - eine Front gegen etwas bilden
|
3) overgangsgebied tussen koude en warme lucht in de atmosfeer meteorologie -
Wetterfront (die ~), Front (die ~) een koufront - eine Kaltfront |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het front | das Angesicht ; die Front ; die Frontlinie ; die Gefechtslinie ; die Ladenfront ; die Vorderansicht ; der Vorderrand ; die Vorseite |
front | Front ; Hemdbrust ; Verblendung ; Vordergrund |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `front`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangezichtNL: façaNL: frontjeNL: frontlijnNL: gevNL: gevechtslinieNL: gevelNL: gevelbreedteNL: koudefrontNL: puiUitdrukkingen en gezegdes
NL: naar het
front (gaan)
DE: an die Front