Vertalingen familielid NL>DE
het familielid
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [faˈmililɪt] |
Verbuigingen: | familieleden (meerv.) |
lid van de familie -
Familienmitglied (das ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het familielid | das Familienmitglied ; der Verwandte ; der Verwandter |
familielid | Angehöriger ; Familienmitglied |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `familielid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bloedverwantNL: gezinslid