Vertalingen factor NL>DE
de factor
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈfɑktɔr] |
Verbuigingen: | factoren (meerv.) |
1) element dat of omstandigheid die bepalend is -
Faktor (der ~) De thuistaal is een belangrijke factor voor succes op school. - Die zu Hause gesprochene Sprache ist ein wichtiger Faktor für den Erfolg in der Schule. |
2) getal waarmee een ander getal wordt vermenigvuldigd wiskunde -
Faktor (der ~) toenemen met een factor twee (=twee maal zo groot worden) - mit dem Faktor zwei multiplizieren
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de factor (m) | das Element ; der Faktor |
factor | Factor ; Faktor ; Merkmal |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `factor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: element