Vertalingen epileren NL>DE
epileren
werkw.
| Uitspraak: | [epiˈlerə(n)] |
| Verbuigingen: | epileerde (verl.tijd ) heeft geëpileerd (volt.deelw.) |
haartjes uittrekken van bijvoorbeeld je benen of je wenkbrauwen -
epilieren © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| epileren (ww.) | enthaaren (ww.) ; epilieren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `epileren`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontharen
