Vertalingen energie NL>DE
de energie
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [enɛrˈʒi] |
| Verbuigingen: | energieën (meerv.) |
1) zin om iets te doen -
Energie (die ~), Schwung (der ~) | Ik ben zo moe,ik heb geen energie meer om te sporten. - Ich bin so müde, dass ich keine Energie mehr habe, um Sport zu treiben. |
2) het vermogen om licht, warmte of beweging te maken -
Energie (die ~) kernenergie - Atomenergie
zonlicht en wind zijn duurzame bronnen voor energie - Sonnenlicht und Wind sind Quellen erneuerbarer Energie. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de energie (v) | die Inbrunst ; die Willenskraft ; das Vermögen ; die Triebkraft ; die Tatkraft ; der Strom ; die Spannkraft ; die Seele ; die Schnellheit ; die Schneidigkeit ; die Mentalität ; die Leistungsfähigkeit ; die Kraft ; die Hektik ; die Geschwindigkeit ; die Geisteskraft ; die Feurigkeit ; die Energie ; der elektrischer Strom ; die Dynamik ; die Arbeitslust ; die Arbeitskraft ; die Arbeitsfähigkeit |
| energie | Energie ; Nerv ; FTE-Maßnahmen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `energie`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandriftNL: daadkrachtNL: dynamiekNL: electrische stroomNL: espritNL: felheidNL: fiksheidNL: futNL: geestkrachtNL: hgeluid
