1. MWB
  2. Vertalen
  3. eigenwijs (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • eigenwijs > EN • eigenwijs > ES • eigenwijs > FR
Vertalingen eigenwijs NL>DE

eigenwijs

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ɛixə(n)ˈwɛis]

1) met de gewoonte nooit raad van anderen aan te nemen - eigensinnig
Je denkt het altijd beter te weten, doe toch niet zo eigenwijs. - Du denkst, es immer besser zu wissen, sei doch nicht so eigensinnig.

2) grappig en een beetje uitdagend - eigenwillig
een eigenwijs poesje - eine eigenwillige Katze

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
eigenwijs starrsinnig ; widerwillig ; widerspenstig ; widersetzlich ; widerborstig ; vorwitzig ; vorlaut ; unwillig ; ungebärdig ; trotzig ; störrisch ; starrköpfig ; starr ; schwierig ; schwerhandhabbar ; naseweis ; eigenwillig ; eigensinnig ; dickköpfig ; aufsässig ; individualistisch
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `eigenwijs`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: curieus
NL: eigengereid
NL: eigenzinnig
NL: hardhoofdig
NL: koppig