Vertalingen dichtknopen NL>DE
dichtknopen (ww.) | abschliessen (ww.) ; festknöpfen (ww.) ; schließen (ww.) ; verknoten (ww.) ; zuknöpfen (ww.) ; zumachen (ww.) |
dichtknopen (werkw.) | zuknöpfen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `dichtknopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dichtdoenNL: dichtmaken