Vertalingen dichtgaan NL>DE
dichtgaan (ww.) | schließen (ww.) ; zufallen (ww.) ; zuschnappen (ww.) |
dichtgaan | zuheilen |
Bronnen: interglot; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `dichtgaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dichtklappenNL: dichtvallenNL: sluitenNL: toevallen