Vertalingen dan NL>DE
I dan
voegwoord
1) < dit woord gebruik je bij een vergelijking, of na woorden zoals ander en anders) -
als Hij is groter dan ik. - Er ist größer als ich. Je ziet er anders uit dan ik dacht. - Du siehst anders aus als ich dachte. |
2) deel van de uitdrukking: -
dan wel (=of) - oder aber
Dit komt door zijn slordigheid dan wel zijn haast. - Dies kommt durch seine Schludrigkeit oder aber durch seine Hast.
|
3) deel van de uitdrukking: -
al dan niet (=wel of niet) - oder
Je kunt al dan niet komen. - Du kannst kommen, musst aber nicht.
|
II dan
bijwoord
1) op dat tijdstip in de toekomst -
dann Kom straks naar me toe, dan gaan we lekker koffie drinken. - Komm doch gleich zu mir, dann trinken wir gemütlich Kaffee. |
zo nu en dan (=af en toe) - ab und zu
Zo nu en dan regent het. - Ab und zu regnet es.
|
tot dan (=tot die tijd) - bis dann
We zien elkaar morgen. Tot dan. - Wir sehen uns morgen. Bis dann.
|
2) in de genoemde situatie <
in de combinatie als ... dan ...>
-
dann Als er files zijn, dan kan ik niet op tijd bij je zijn. - Wenn Stau ist, dann kann ich nicht rechtzeitig bei dir sein. |
3) daarna, vervolgens -
danach Eerst gaat John naar binnen en dan Peter. - Erst geht John hinein und dann Peter. |
wat dan nog? (=nou en?) - Ja und?
Er wordt over ons gekletst. Wat dan nog? Daar storen we ons toch niet aan? - Es wird über uns getratscht. Ja und? Daran stören wir uns doch wohl nicht?
|
4) <vaak zonder speciale betekenis>
-
dann Ga dan toch aan je werk! - Dann geh doch an die Arbeit! Weet niemand dan waar hij is? - Weiß denn niemand, wo er ist? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de dan (m) | als ; außer ; wenn ... dann |
dan | dann |
daN (Afkorting) | daN (Afkorting) ; Deka-Newton |
dan | als |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `dan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: achterafNL: daarnaNL: naderhandNL: vervolgensUitdrukkingen en gezegdes
NL: (als hij komt)
dan (gaan we uit)
DE: dann, soNL: (als hij komt) zeg hem
dan, dat...
DE: so sage ihm, daß...NL: (eet je niet?) ben je
dan ziek?
DE: bist du denn krank?NL: nu en
dan
DE: dann und wann, ab und zuNL: dan hier
dan daar
DE: bald hier bald daNL: (niemand, niets)
dan
DE: alsNL: (groter)
dan ik
DE: als ichNL: (hij schrijft) anders
dan ik
DE: anders als ichNL: wie anders
dan hij
DE: wer sonst als erNL: (als staatsman was hij groter)
dan als dichter
DE: denn als DichterNL: meer
dan ooit
DE: mehr denn jeNL: (ik wil niet beslissen of hij schuldig is)
dan wel of (hij onschuldig is)
DE: oder ob