I de druk

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[drʏk]
Verbuigingen:	drukken (meerv.)

1) kracht die op een oppervlak werkt - Druck (der ~)

luchtdruk - Luftdruck

2) situatie dat iets of iemand je tot iets dwingt - Druck (der ~)

onder druk staan (=gedwongen worden snel maatregelen te nemen) - unter Druck stehen Doordat veel mensen foto's maken met een digitale camera staat de journalistieke fotografie onder druk. - Weil viele Menschen digital fotografieren, steht die journalistische Fotografie unter Druck.

iemand onder druk zetten (=iemand proberen te dwingen om iets te doen) - jemanden unter Druck setzen

op iemand druk uitoefenen (=iemand proberen te dwingen om iets te doen) - Druck auf jemanden ausüben

3) keer dat iets gedrukt is - Druck (der ~)

een herziene druk van een boek - ein überarbeiteter Druck eines Buches

II druk

bijv.naamw.

Uitspraak:

[drʏk]

1) waar van alles tegelijk aanwezig is - voll , belebt , hektisch , dicht

druk verkeer - dichter Verkehr een drukke winkelstraat - eine belebte Einkaufsstraße

2) die of dat veel werk doet of veel werk geeft - stressig , hektisch

het druk hebben op je werk - viel Stress auf der Arbeit haben een drukke baan hebben - eine stressige Arbeitsstelle haben

3) heel beweeglijk en spraakzaam - hyperaktiv , hektisch

drukke leerlingen met concentratieproblemen - hyperaktive Schüler mit Konzentrationsstörungen

© K Dictionaries Ltd.

druk (znw.)	der Zwang ; die Spannung ; die Pression ; die Last ; die Finanzielle Last ; die Auflegung ; die Auflage
de druk (m)	der Kummer ; der Druck
druk	fröhlich ; frisch ; gedrängt ; geräuschvoll ; geschäftig ; gesellig ; heiter ; keck ; lebendig ; lebhaft ; lustig ; munter ; quick ; vergnüglich ; wohlgemut ; üppig ; freudvoll ; aktiv ; angeheitert ; angeregt ; ausgelassen ; beschäftigt ; eifrig ; existent ; fleißig ; flott ; freudig ; emsig ; Ausgabe ; Belastung ; belebt ; Druck ; Druckarbeit ; Hineindrücken ; lebhaft ; rege ; Schattierung ; stark ; verkehrsreich ; Auflage

Bronnen: interglot; Wikipedia; Antiquarian Dictionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: actief
NL: afdruk
NL: bedrijvig
NL: bezet
NL: bezig
NL: drukbezet
NL: drukpratend
NL: dwang
NL: financiëlast
NL: geanimeerd

NL: onder hoge druk DE: unter Hochdruck
NL: drukken (van 6 en 10 atmosfeer) DE: Drücke
NL: in druk geven DE: in Druck geben
NL: nieuwe druk DE: neue Auflage, Neudruck
NL: de tweede druk DE: (van een boek) die zweite Auflage
NL: drukke bezigheden hebben DE: sehr beschäftigt sein
NL: drukke zaak DE: stark besuchtes Geschäft
NL: een drukke dag (hebben) DE: einen schweren, anstrengenden Tag
NL: (deze zaak) heeft het druk DE: hat einen großen Zuspruch
NL: het is druk (op de markt) DE: es herrscht ein lebhaftes Treiben
NL: er wordt druk over gesproken DE: man redet viel davon
NL: z. druk maken DE: sich aufregen
NL: z. niet druk maken DE: (ook) sich nicht überarbeiten