Vertalingen clown NL>DE
de clown
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [klɑun] |
Verbuigingen: | clowns (meerv.) |
persoon die als beroep mensen aan het lachen maakt -
Clown (der ~) circusclown - Zirkusclown Clowns bezoeken kinderen in een ziekenhuis om ze vrolijk te maken. - Clowns besuchen Kinder im Krankenhaus, um sie aufzumuntern. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de clown (m) | der Clown ; der Hanswurst |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `clown`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grappenmakerNL: hansworstNL: harlekijnNL: piasNL: pierrotNL: zot