Vertalingen caféhouder NL>DE
de caféhouder
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [kɑˈfehɑudər] |
| Verbuigingen: | caféhouders (meerv.) |
eigenaar van een café -
Gastwirt/-in (die/der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de caféhouder (m) | der Kaffeewirt |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `caféhouder`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kasteleinNL: waard