Vertaal
Naar andere talen: • bouderen > ENbouderen > ESbouderen > FR
Vertalingen bouderen NL>DE
bouderen (ww.) greinen (ww.) ; grübeln (ww.) ; maulen (ww.) ; schmollen (ww.) ; sichgrämen (ww.) ; sichsorgen (ww.) ; trotzen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bouderen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: pruilen