Vertaal
Naar andere talen: • bonbon > ENbonbon > ESbonbon > FR
Vertalingen bonbon NL>DE

de bonbon

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [bɔmˈbɔn]
Verbuigingen:  bonbons (meerv.)

luxe chocolaatje met vulling - Praline (die ~)
kersenbonbons - Kirschpralinen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de bonbon (m) die Praline ; die Schokoladepraline
bonbon Praline
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `bonbon`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: chocolaatje