Vertalingen blikken NL>DE
blikken (ww.) | anblicken (ww.) ; anschauen (ww.) ; ansehen (ww.) ; begucken (ww.) ; besehen (ww.) ; betrachten (ww.) ; beäugen (ww.) |
het blikken | die Augenaufschläge ; der Augenblicke |
de blikken | Dosen (mv.) |
blikken | Blicken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `blikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blikken werpenNL: lonkenNL: oogopslagenNL: zienUitdrukkingen en gezegdes
NL: zonder
blikken of blozen
DE: ohne mit der Wimper zu zucken, unverfroren