het blad

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[blɑt]
Verbuigingen:	-eren, -en (meerv.)

1) plat stukje groen dat groeit aan de stengel van een plant of de tak van een boom - Blatt (das ~)

In de herfst worden de bladeren geel. - Im Herbst färben sich die Blätter gelb.

2) regelmatig verschijnend(e) tijdschrift of krant - Blatt (das ~)

het nieuws in de ochtendbladen - Die Nachrichten im Abendblatt maandblad - Monatszeitschrift

3) voorwerp om kopjes of glazen op te zetten - Tablett (das ~), Servierbrett (das ~)

de glazen op een presenteerblad naar binnen brengen - die Gläser auf einem Tablett hereinbringen

4) stuk papier - Blatt (das ~)

een bedrukt blad - ein bedrucktes Blatt

5) deel van de uitdrukking: -

geen blad voor de mond nemen (=openlijk zeggen wat je denkt) - kein Blatt vor den Mund nehmen

© K Dictionaries Ltd.

het blad	das Blatt ; die Zeitschrift ; das Wochenblatt ; das Tablett ; das Tableau ; die Monatsschrift ; das Monatsheft ; die Meldung ; die Klinge ; die Illustrierte ; der Bogen ; das Baumblatt
blad	Bl. (Afkorting) ; Sperrholzschicht ; Sperrholzplatte ; Schicht ; Laufschaufel ; Folie ; Bogen ; Blatt (Pflanze ; Blatt

Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




NL: bericht
NL: blaadje
NL: bladeren
NL: boomblad
NL: dienblad
NL: krant
NL: loof
NL: maandblad
NL: magazine
NL: pagina

NL: blad papier DE: Blatt Papier, (vel papier) Bogen (der)
NL: (hij is) omgedraaid als een blad aan de boom DE: wie ausgewechselt
NL: (de) bladeren verliezen DE: abblättern