Vertalingen bijrekenen NL>DE
bijrekenen (ww.) | addieren (ww.) ; anfügen (ww.) ; aufzählen (ww.) ; beifügen (ww.) ; beigeben (ww.) ; beilegen (ww.) ; hinzufügen (ww.) ; hinzuzählen (ww.) ; zurechnen (ww.) ; zusammenzählen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bijrekenen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijtellenNL: erbij tellenNL: optellen