Vertalingen beplanten NL>DE
beplanten (ww.) | bepflanzen (ww.) |
beplanten (werkw.) | bepflanzen |
beplanten | anpflanzen ; bepflanzen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `beplanten`

Voorbeeldzinnen laden....