Vertalingen beneveld NL>DE
beneveld | duselig ; völlig betrunken ; voll ; verschwommen ; unklar ; stock betrunken ; stock besoffen ; schwer betrunken ; nebelig ; angeheitert ; blau ; betrunken ; besäuselt ; besoffen ; berauscht ; benebelt ; angesäuselt |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beneveld`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangeschotenNL: beschonkenNL: dronkenNL: teutNL: tipsyNL: troebelNL: wazig