Vertaal
Naar andere talen: • beangstigen > ENbeangstigen > ESbeangstigen > FR
Vertalingen beangstigen NL>DE
beangstigen (ww.) Aangst einjaagen (ww.) ; Angst machen (ww.) ; beängstigen (ww.) ; einschüchtern (ww.) ; erschrecken (ww.) ; schrecken (ww.) ; sorgen (ww.) ; terrorisieren (ww.) ; tyrannisieren (ww.)
beangstigen (werkw.) beängstigen
beangstigen ängstigen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `beangstigen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: alarmeren
NL: bangmaken
NL: benauwen
NL: doen schrikken
NL: verschrikken