Vertalingen afwezig NL>DE
afwezig
bijv.naamw.
1) als je er niet bent -
abwesend , nicht vorhanden afwezig zijn bij een vergadering - bei einer Versammlung abwesend sein |
2) met je gedachten ergens anders -
geistesabwesend , unaufmerksam in de klas afwezig uit het raam staren - in der Klasse geistesabwesend aus dem Fenster starren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afwezig | abwesend ; abwesend ; gedankenlos ; geistesabwesend ; unbewußt ; unüberlegt ; absent ; abwesend |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afwezig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: absentNL: dromerigNL: eldersNL: gedachteloosNL: negatief