Vertaal
Naar andere talen: • afwezig > ENafwezig > ESafwezig > FR
Vertalingen afwezig NL>DE

afwezig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ɑfˈwezəx]

1) als je er niet bent - abwesend , nicht vorhanden
afwezig zijn bij een vergadering - bei einer Versammlung abwesend sein

2) met je gedachten ergens anders - geistesabwesend , unaufmerksam
in de klas afwezig uit het raam staren - in der Klasse geistesabwesend aus dem Fenster starren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
afwezig abwesend ; abwesend ; gedankenlos ; geistesabwesend ; unbewußt ; unüberlegt ; absent ; abwesend
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `afwezig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: absent
NL: dromerig
NL: elders
NL: gedachteloos
NL: negatief