Vertalingen afvoelen NL>DE
afvoelen (ww.) | abfühlen (ww.) |
het afvoelen | das Abtasten ; das Anfühlen ; das Fühlen ; das Tasten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afvoelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aftastenNL: tastenNL: voelNL: voeldeNL: voelen