Vertaal
Naar andere talen: • aflezen > ENaflezen > ESaflezen > FR
Vertalingen aflezen NL>DE
aflezen (ww.) ablesen (ww.) ; auslesen (ww.) ; auswählen (ww.) ; bekanntgeben (ww.) ; bekanntmachen (ww.) ; herauspicken (ww.) ; heraussuchen (ww.) ; sichten (ww.) ; sieben (ww.) ; sortieren (ww.) ; verkündigen (ww.) ; verlesen (ww.) ; veröffentlichen (ww.) ; überwachen (ww.)
aflezen abgreifen
Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `aflezen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afkondigen
NL: afroepen
NL: afzien
NL: bekendmaken
NL: openbaar maken
NL: oplezen
NL: uitlezen