Vertaal
Naar andere talen: • afhangen > ENafhangen > ESafhangen > FR
Vertalingen afhangen NL>DE
afhangen (ww.) abhängen (ww.) ; herunterhängen (ww.) ; hängen (ww.)
afhangen (werkw.) abhängen ; abhängig sein
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `afhangen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: hangen
NL: neervallen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (het succes) hangt af van (de inspanning) DE: wird bedingt durch