Vertaal
Naar andere talen: • aanleunen > ENaanleunen > ESaanleunen > FR
Vertalingen aanleunen NL>DE
aanleunen (ww.) anlehnen (ww.) ; lehnen gegen (ww.) ; sich bieten lassen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aanleunen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: leunen tegen
NL: zich laten welgevallen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: tegen de deur aanleunen DE: sich an die Tür (an)lehnen
NL: z. iets laten aanleunen DE: sich etwas gefallen lassen