Vertalingen voetstuk NL>DE
het voetstuk
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | ['vutstʏk] |
| Verbuigingen: | voetstukken (meerv.) |
onderste deel van iets of voorwerp dat dient om een beeld enz. op te zetten -
Sockel (der ~), Podest (das ~)  van je voetstuk vallen
(=iets doen waardoor de mensen je niet meer zo bewonderen als vroeger) - seinen guten Ruf verlieren
Weer twee wielrenners die vanwege dopinggebruik van hun voetstuk zijn gevallen. - Wieder zwei Radrennfahrer, die wegen Dopings ihren guten Ruf verloren haben.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het voetstuk | das Piedestal ; das Podest ; das Postament ; der Sockel |
| de voetstuk | der Säulenfuß ; der Säulensockel |
| voetstuk | Akroterion ; Betonfußleiste ; Fundament ; Fußgestell ; Fussstueck ; Lagerbock ; Mischduese ; Sicherungsunterteil ; Ständer |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `voetstuk`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fundatieNL: sokkelNL: standaardNL: statiefNL: zuilvoet
