Vertaal
Naar andere talen: • verpesten > ENverpesten > ESverpesten > FR
Vertalingen verpesten NL>DE

verpesten

werkw.
Uitspraak:  [vərˈpɛstə(n)]
Verbuigingen:  verpestte (verl.tijd ) heeft verpest (volt.deelw.)

ervoor zorgen dat iets niet leuk meer is - verpesten , verderben
de sfeer verpesten - die Stimmung/Atmosphäre verpesten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verpesten (ww.) anstecken (ww.) ; etwas beschädigen (ww.) ; infizieren (ww.) ; verderben (ww.) ; vergiften (ww.) ; vergällen (ww.) ; verhunzen (ww.) ; vermasseln (ww.) ; vermurksen (ww.) ; verpesten (ww.) ; verpfuschen (ww.) ; verseuchen (ww.)
verpesten (werkw.) verderben
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `verpesten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bederven
NL: iets bederven
NL: infecteren
NL: stukmaken
NL: verbroddelen
NL: vergallen
NL: vergiftigen
NL: verkankeren
NL: verklungelen
NL: verknallen