Vertalingen vandoor NL>DE
vandoor (bijwoord) | davonfahren |
Bron: WiktionaryVoorbeeldzinnen met `vandoor`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (ik moet) er
vandoor
DE: fortNL: (de kassier is) er
vandoor
DE: durchgebrannt, über alle BergeNL: (zij is) er met een ander
vandoor
DE: mit einem anderen davongelaufen, durchgegangenNL: er
vandoor gaan
DE: (zijn biezen pakken) sich davonmachen, sich aus dem Staube machen, (van paarden etc.) durchgehen, (vlug weggaan, vertrekken) auf und davon gehen, sich auf und davon machen, auf und davon fliegen