Vertalingen verdenken NL>DE
verdenken
werkw.
Uitspraak: | [vərˈdɛŋkə(n)] |
Verbuigingen: | verdacht (verl.tijd ) heeft verdacht (volt.deelw.) |
denken dat iemand iets verkeerd heeft gedaan -
verdächtigen iemand verdenken van moord - jemanden des Mordes verdächtigen De politie verdenkt de buurman, maar er is geen bewijs dat hij het gedaan heeft. - Die Polizei verdächtigt den Nachbarn, aber es gibt keinen Beweis, dass er es getan hat. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verdenken (ww.) | anklagen (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; verdächtigen (ww.) |
verdenken (werkw.) | verdächtigen |
verdenken | verdenken |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `verdenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beschuldigenNL: betichtenNL: incriminerenNL: wantrouwenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand) (van diefstal)
verdenken
DE: (wegen Diebstahls) in Verdacht haben