Vertaal
Naar andere talen: • vaatdoek > ENvaatdoek > ESvaatdoek > FR
Vertalingen vaatdoek NL>DE

de vaatdoek

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈvaduk]
Verbuigingen:  vaatdoeken (meerv.)

lapje waarmee je het aanrecht, de gootsteen en het fornuis schoonmaakt - Spültuch (das ~)
uitdrukking je zo slap als een vaakdoek voelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de vaatdoek (m) das Abwaschtuch ; das Wischtuch
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vaatdoek`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bosje
NL: plumeau
NL: prul
NL: skottelslet
NL: stofdoek
NL: strowis
NL: vod