Vertalingen uitbuiken NL>DE
uitbuiken (ww.) | ausbeuteln (ww.) ; auseinandergehen (ww.) ; einpacken (ww.) ; einsacken (ww.) ; einsinken (ww.) ; prolabieren (ww.) ; setzen (ww.) ; sichsenken (ww.) ; vorfallen (ww.) |
uitbuiken | Ausbauchen ; Ausbuchtung |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitbuiken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: uitzakken