Vertalingen uitboren NL>DE
uitboren (ww.) | ausbohren (ww.) |
uitboren | Aufbohren ; Aufsenken ; Ausbohren ; hohlbohren ; nachbohren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitboren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: frezen