Vertalingen truck NL>DE
de truck
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [trʏk] |
Verbuigingen: | trucks (meerv.) |
vrachtauto waarvan de aanhangwagen op een draaibaar onderstel zit -
Lastwagen (der ~), LKW (der ~), Truck (der ~) een truck met een oplegger - ein Lkw mit einem Auflieger |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de truck (m) | der Gabelstapler ; der Lastwagen ; der Pritschenwagen ; der Sattelschlepper ; die Sattelzugmaschine ; der Truck |
de truck | der Lkw |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `truck`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: trailerNL: vrachtautoNL: vrachtwagenUitdrukkingen en gezegdes
NL: truck met oplegger
DE: Sattelzug, Schwerlastzug (der)