de televisie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[teləˈvizi]
Verbuigingen:	televisies (meerv.)

systeem of toestel waarmee je bewegende beelden en geluid kunt bekijken die elders worden uitgezonden - Fernsehen (das ~), Fernseher (der ~)

televisie kijken - fernsehen Wat is er vanavond op de televisie? - Was läuft heute Abend im Fernsehen? digitale televisie - digitales Fernsehen commerciële televisie - kommerzielles Fernsehen

© K Dictionaries Ltd.

de televisie (v)	das Fernsehen ; der Fernseher ; das Fernsehgerät
de televisie	das Fernsehen
televisie	Fernsehapparat ; Fernsehen ; Fernseher Bildröhre ; FS (Afkorting) ; TV-Gerät

Bronnen: Wiktionary; interglot; Trueterm; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; SEG




NL: beeldbuis
NL: buis
NL: omroep
NL: televisieapparaat
NL: televisietoestel
NL: tv

NL: commerciële televisie DE: Werbefernsehen (das)
NL: op de televisie DE: im Fernsehen
NL: naar de televisie kijken DE: fernsehen
NL: verslaafd aan de televisie DE: fernsehsüchtig