Vertalingen taart NL>DE
taart
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [tart] |
Verbuigingen: | taarten (meerv.) |
1) groot stuk gebak -
Torte (die ~), Kuchen (der ~) appeltaart - Apfeltorte een hartige taart - eine herzhafte Torte |
2) deel van de uitdrukking: -
een ouwe taart (=een vervelende, oude vrouw) - eine alte Schachtel
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de taart | der alter Mensch ; das Gebäck ; der Kuchen ; die Schachtel ; die Schraube ; die Torte ; das Törtchen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `taart`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebakNL: oud mens