Vertalingen slok NL>DE
de slok
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [slɔk] |
| Verbuigingen: | slokken (meerv.) |
hoeveelheid vloeistof die je in één keer doorslikt -
Schluck (der ~), Zug (der ~) | een slok water drinken - einen Schluck Wasser trinken |
Dat scheelt een slok op een borrel. (=dat scheelt heel veel) - Das macht viel aus.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de slok (m) | der Schluck ; der Zug |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `slok`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: borrelNL: dronkNL: teugUitdrukkingen en gezegdes
NL: een flinke
slok
DE: ein herzhafter Schluck