Vertalingen strooien NL>DE
strooien
werkw.
| Uitspraak: | [ˈstrojə(n)] |
| Verbuigingen: | strooide (verl.tijd ) heeft gestrooid (volt.deelw.) |
op verschillende plaatsen gooien -
streuen zout op de wegen strooien als het glad is - die Straßen mit Salz streuen, wenn es glatt ist kruimels strooien voor de vogeltjes - Krümel für die Vögel streuen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| strooien (ww.) | streuen (ww.) |
| strooien | strohern ; Aufspritzen ; Aufstreuen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `strooien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: stortenNL: zaaien