Vertalingen stront NL>DE
de stront
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [strɔnt] |
Verbuigingen: | stronten (meerv.) |
1) poep -
Kacke (die ~), Scheiße (die ~) Er ligt veel hondenstront op straat. - Auf der Straße liegt viel Hundescheiße. |
stront in je ogen hebben (=(iets dat duidelijk zichtbaar is) niet zien) - Tomaten auf den Augen haben
|
in de stront zitten (=in de problemen zitten) - sich in Schwierigkeiten befinden
|
2) ruzie -
Krach (der ~), Streit (der ~) Die twee hebben stront. - Die zwei haben Krach. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de stront (m) | die Ausscheidung ; die Exkremente ; die Kacke ; der Kot ; der Mist ; der Pup ; die Scheiße ; der Schmutz |
stront | die Scheiße |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `stront`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: drekNL: gedonderNL: kakNL: penarieNL: poepNL: schijt