Vertalingen spaak NL>DE
I spaak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [spak] |
Verbuigingen: | spaken (meerv.) |
dunne metalen staaf van het midden van een wiel naar de buitenkant -
Speiche (die ~) de spaken van je fiets - die Speichen eines Fahrrads |
II spaak
bijwoord
deel van de uitdrukking: -
spaak lopen (=verkeerd gaan) - schiefgehen
De onderhandelingen zijn spaak gelopen. - Die Verhandlungen sind schiefgegangen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de spaak | die Spake ; die Speiche |
spaak | Mitnehmerzapfen ; Speiche |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `spaak`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: een
spaak in het wiel steken
DE: (einem) in die Speichen fallenNL: spaak lopen
DE: schief gehen