Vertalingen schrikken NL>DE
schrikken
werkw.
Uitspraak: | [ˈsxrɪkə(n)] |
Verbuigingen: | schrok (verl.tijd ) is geschrokken (volt.deelw.) |
plotseling grote onrust of angst voelen -
hochfahren , aufschrecken , erschrecken schrikken van een harde knal - von dem lauten Knall aufschrecken |
Ik schrok me dood. (=ik schrok hevig) - Ich erschrak mich zu Tode.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schrikken (ww.) | erschrecken (ww.) ; fürchten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schrikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontstellenNL: terugdeinzenUitdrukkingen en gezegdes
NL: hij schrok, is geschrokken
DE: er erschrak, ist erschrockenNL: hij deed mij
schrikken, heeft mij doen
schrikken
DE: er (er)schreckte mich, hat mich erschrecktNL: om van te
schrikken
DE: erschreckend, schrecklichNL: hij zag eruit om van te
schrikken
DE: er sah zum Erschrecken aus, (om bang van te worden) er sah zum Fürchten aus