Vertalingen roosteren NL>DE
roosteren
werkw.
| Uitspraak: | [ˈrostərə(n)] |
| Verbuigingen: | roosterde (verl.tijd ) heeft geroosterd (volt.deelw.) |
(voedsel) gaar laten worden op een rooster boven een vuur -
grillen , rösten © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| roosteren (ww.) | braten (ww.) ; grillen (ww.) |
| roosteren (werkw.) | rösten |
| roosteren | rösten |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `roosteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: barbecuenNL: grillenNL: grillerenNL: toast makenNL: verschroeien