Vertaal
Naar andere talen: • rijzen > ENrijzen > ESrijzen > FR
Vertalingen rijzen NL>DE
rijzen (ww.) erstehen (ww.) ; zunehmen (ww.) ; werden (ww.) ; wachsen (ww.) ; treiben (ww.) ; steigen (ww.) ; sicherheben (ww.) ; sicher heben (ww.) ; schwellen (ww.) ; hochsteigen (ww.) ; heraufsteigen (ww.) ; heraufkommen (ww.) ; gelangen (ww.) ; gehen (ww.) ; ersteigen (ww.) ; entstehen (ww.) ; entspringen (ww.) ; entkeimen (ww.) ; emporsteigen (ww.) ; emporragen (ww.) ; emporkommen (ww.) ; eintreten (ww.) ; aufsteigen (ww.) ; aufstehen (ww.) ; aufragen (ww.) ; aufgehen (ww.) ; anwachsen (ww.) ; ansteigen (ww.) ; anschwellen (ww.)
rijzen (werkw.) aufgehen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `rijzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanwassen
NL: bestijgen
NL: gaan staan
NL: klimmen
NL: omhoog komen
NL: omhoog rijzen
NL: omhoogrijzen
NL: omhoogstijgen
NL: ontstaan
NL: opgaan

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (vermoedens die) bij iemand rijzen DE: in einem aufsteigen, aufkommen, sich einem aufdrängen
NL: de vraag rijst DE: man fragt s., die Frage drängt sich auf
NL: er rijst een geschil, twijfel DE: ein Streit, Zweifel erhebt (das)
NL: er rijzen klachten DE: Klagen werden laut
NL: van zijn stoel rijzen DE: sich vom Stuhl erheben
NL: (hoog) rijst (de toren tussen het groen) DE: erhebt (das)
NL: de haren rijzen je daarvan te berge DE: die Haare stehen einem dabei zu Berge, dabei sträuben sich einem die Haare
NL: rijzen en dalen DE: sich heben und sich senken
NL: land van de rijzende zon DE: Sonnenaufgangsland
NL: gerezen moeilijkheden DE: entstandene Schwierigkeiten