Vertalingen onweren NL>DE
onweren (ww.) | grunzen (ww.) ; wettern (ww.) ; tosen (ww.) ; stürzen (ww.) ; schmettern (ww.) ; schmeißen (ww.) ; schmatzen (ww.) ; schleudern (ww.) ; knallen (ww.) ; grollen (ww.) ; gewittern (ww.) ; geifern (ww.) ; fallen (ww.) ; ertönen (ww.) ; donnern (ww.) ; blitzen (ww.) |
het onweren | das Gewitter |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `onweren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: donderenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het gaat
onweren
DE: es gibt ein Gewitter